Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

 

Artikel 129
1
De gegevens op de persoonskaart vermeld in:
a
vak 6, voor zover daarmee aangegeven wordt tot welk kerkgenootschap, vereniging met godsdienstig doel of levensbeschouwelijke groepering de betrokkene behoort en:
b
vak 23;
worden, voor zover dit door Onze Minister is bepaald, bij de inschrijving, bedoeld in artikel 121, opgenomen op de persoonslijst van de betrokkene.
2
Een gegeven uit vak 6 van de persoonskaart wordt binnen drie jaren na de inwerkingtreding van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 99, tweede lid, doch in ieder geval binnen vijf jaren na de inwerkingtreding van dit artikel van de persoonslijst van de betrokkene verwijderd.
3
Een gegeven uit vak 23 van de persoonskaart wordt voor een door Onze Minister te bepalen tijdstip van de persoonslijst van de betrokkene verwijderd.
4
De verwijdering en de vernietiging van deze gegevens worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur geregeld.
5
Een op de persoonslijst opgenomen gegeven uit vak 6 van de persoonskaart wordt slechts eenmaal gebruikt ten behoeve van de eerste gegevensverstrekking overeenkomstig de bepalingen van deze wet aan de derde, bedoeld in artikel 99, tweede lid.
6
Een op de persoonslijst opgenomen gegeven uit vak 23 van de persoonskaart, betreffende de codering van de afnemer, wordt slechts eenmaal gebruikt ten behoeve van de eerste gegevensverstrekking overeenkomstig de bepalingen van deze wet aan de desbetreffende afnemer.
7
Een gegeven uit vak 6 van de persoonskaart wordt, tenzij bij een verstrekking als bedoeld in artikel 99, tweede lid, niet opgenomen in enig overeenkomstig de bepalingen van deze wet te verstrekken afschrift.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •